Dieselwagens hebben dan wel de naam vervuilend te zijn, maar ze zijn wel zuinig. In de verbrandingskamers van een dieselmotor wordt veel lucht vermengd met een minimum aan brandstof. Bij een benzinemotor is het mengsel ‘rijker’ en moet er per hoeveelheid lucht meer brandstof worden ingespoten om de motor goed te laten werken. En meer brandstof betekent meer CO2, zo eenvoudig is dat.
Hoe groter de belasting van de motor is (bijvoorbeeld door een zware belading of het trekken van een last), hoe groter de winst in verbruik die een dieselmotor oplevert. Vandaar dat zware vrachtwagens en treinen meestal op diesel rijden.
Doordat diesels zo zuinig zijn, hebben veel autoconstructeurs jarenlang volop ingezet op dieseltechnologie. De productie van broeikasgassen beperken, is dus heus geen nieuwe ambitie. Vandaag werken de ingenieurs in de autosector aan het verzoenen van de voordelen van de dieselmotor met die van een benzine. Maar tot de nieuwe benzinewagens echt de verbruikscijfers van hun dieselbroertjes halen, betekent de verschuiving van diesel richting benzine meer brandstofverbruik en dus meer CO2.